Grensoverschrijdend gedrag

Op Sfinks verwelkomen we iedereen en maken we er graag een warm feest van. Dat lukt alleen als we respectvol met elkaar omgaan. Enkele Sfinks medewerkers volgden een opleiding bij Pimento/Sensoa over grensoverschrijdend gedrag, en dit jaar zet ook JAC zijn schouders mee onder het sensibiliseringsproject bij Sfinks. Alle GOG mensen zijn herkenbaar door hun paarse hesjes en jouw eerste aanspreekpunt.

WAT IS GOG?

(Seksueel) grensoverschrijdend gedrag is een maatschappelijk probleem. Heel wat mensen zijn getuige maar weten niet goed hoe ze kunnen ingrijpen. Reageren maakt nu net het verschil: het gedrag kan niet verder escaleren, het stopt én het slachtoffer wordt geholpen. 

Wanneer spreken we over GOG? Dit is voor iedereen anders. Belangrijk is de grenzen van mensen te respecteren.

  • JE BENT OMSTANDER
    1. Waarnemen: Je ziet of hoort een situatie gebeuren
    2. Herkennen: Je schat de situatie in als grensoverschrijdend
    3. Verantwoordelijkheid nemen: Je beseft dat jij als omstander een effect kan hebben op de situatie door in te grijpen
    4. Reageren: Je zoekt een reactie die past bij jou en de situatie, zonder jezelf in gevaar te brengen
  • OMSTANDEREFFECT

Het omstandereffect is het uitblijven van het bieden van hulp door omstanders bij een noodsituatie of misdrijf. Zo komt het voor dat mensen passief toekijken of wegkijken en bij grensoverschrijdend gedrag pas heel laat in actie komen. 

De theorie is: hoe groter de groep omstanders, hoe kleiner de kans dat iemand ingrijpt.

  • VICTIM BLAMING

Wanneer er sprake is van grensoverschrijdend gedrag worden er vaak verschillende redenen aangegeven als ‘oorzaak’ (kledij, tijdstip, omgeving, gedrag…) maar de enige echte oorzaak is de dader die het grensoverschrijdend gedrag stelt. 

Victim blaming is vaak een reactie uit zelfbescherming:

‘Mij zou dat niet overkomen want…’ Dit geeft ons een (onterecht) veiliger gevoel maar het is zeer schadelijk en kan traumatiserend zijn voor het slachtoffer. 

  • REAGEREN: 5 A’S (van Sensoa)
      1. Anderen erbij betrekken: betrek omstanders
      2. Aanspreken: is alles ok met jou (slachtoffer)?
      3. Afleiding creëren: Maak een praatje met het slachtoffer, trek de aandacht
      4. Afzonderen: probeer de betrokkenen uit elkaar te halen
      5. Aanwezig blijven: weet je niet hoe te reageren? Blijf aanwezig en hou de situatie in het oog

        SENSIBILISERINGSBEELD SFINKS